Kinderen afkomstig uit immigrantengezinnen hebben vaker overgewicht en obesitas dan hun leeftijdsgenootjes. Dat is een van de conclusies uit een grootschalig onderzoek onder Europese schoolkinderen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn vandaag online gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Pediatric Obesity.
De studie werd in het voorjaar van 2010 uitgevoerd onder schoolkinderen van 10 tot 12 jaar in België, Griekenland, Hongarije, Nederland, Noorwegen, Slovenië en Spanje. In totaal deden 3.398 jongens en 3.727 meisjes mee.
Uit de studie blijkt dat schoolkinderen afkomstig uit immigrantengezinnen doorgaans vaker overgewicht hebben dan andere kinderen. Dit is met name het geval in België en Nederland. In Griekenland is de situatie juist omgekeerd, daar zijn kinderen uit immigrantengezinnen juist iets minder vaak te dik dan hun klasgenoten, maar Griekse kinderen behoren dan ook tot de dikste van Europa. In het onderzoek is sprake van kinderen uit immigrantengezinnen als zij een ‘vreemde’ moedertaal hebben of wanneer tenminste een van beide ouders geboren is in een ander land.
‘We hebben verschillende mogelijke oorzaken gevonden voor het verschil in gewicht tussen kinderen uit immigrantengezinnen en hun klasgenoten’, zegt onderzoekscoördinator professor Johannes Brug van VU medisch centrum. ‘De consumptie van frisdrank is meestal hoger bij kinderen afkomstig uit immigrantengezinnen, en er is minder sprake van regelmatige maaltijden. Zo wordt het ontbijt vaker overgeslagen. Deze kinderen kijken ook meer televisie, doen minder aan sport en slapen minder. Daartegenover staat wel dat ze vaker naar school lopen of fietsen.’
‘Om oorzaken aan te wijzen, moeten we niet alleen kijken naar verschillen in cultuur en leefstijl, maar ook verder onderzoek doen naar aspecten zoals opleidingsniveau, inkomen en toegang tot voorlichting over gezondheid’, zegt hij. ‘Kinderen van lager opgeleide ouders zijn vaker te dik, en in veel immigrantenfamilies zijn ouders lager opgeleid.’
‘Overgewicht onder schoolkinderen komt overigens duidelijk vaker voor in Zuid-Europese dan in Noord-Europese landen’, benadrukt Brug. Binnen de afzonderlijke landen is er dan weer – een kleiner – verschil te zien tussen schoolkinderen uit immigrantengezinnen en de rest van de kinderen. ‘Kortom, nationale factoren zijn van grotere invloed op overgewicht bij kinderen dan afkomst. Kinderen uit immigrantengezinnen in Nederland zijn veel minder vaak te dik dan kinderen in bijvoorbeeld Griekenland.’
Overgewicht (incl. obesitas) Obesitas
Kind uit een niet-immigranten gezin |
Kind uit immigranten gezin |
Kind uit een niet-immigranten gezin |
Kind uit immigranten gezin |
||
---|---|---|---|---|---|
België | 14% | 23% | 3% | 4% | |
Griekenland | 42% | 30% | 11% | 8% | |
Hongarije | 25% | 39% | 5% | 13% | |
Nederland | 15% | 26% | 3% | 9% | |
Noorwegen | 14% | 23% | 1% | 2% | |
Slovenië | 27% | 28% | 5% | 10% | |
Spanje | 25% | 24% | 3% | 0% |
Het onderzoek ENERGY werd uitgevoerd met een subsidie van de Europese Commissie van €2.9 miljoen met als doel om een programma te ontwikkelen om kinderen van 10 tot 12 jaar te stimuleren minder zittend gedrag te vertonen.
De resultaten van het ENERGY-onderzoek zijn gepubliceerd in het tijdschriftPediatric Obesity : Kijk ook op www.projectenergy.eu