Depressie tijdens zwangerschap zorgt voor kleinere baby, antidepressiva remmen groei hersenen
Als vrouwen tijdens hun zwangerschap in hoge mate depressieve klachten hebben, groeit hun baby minder hard dan zou moeten. Zowel het lichaam als het hoofd laten dan een groeiachterstand zien. Vrouwen die als antidepressiva zogenaamde SSRI’s gebruiken, hebben minder depressieve klachten, maar van hun baby groeit het hoofdje minder snel. Dr. Hanan El Marroun, wetenschappelijk onderzoeker aan het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis, publiceert haar onderzoek naar de relatie tussen antidepressiva tijdens de zwangerschap en verminderde hersengroei vandaag in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Archives of General Psychiatry.
Zwangerschap is normaal gesproken een van de gelukkigste periodes in het leven van een vrouw, maar voor veel vrouwen kan de zwangerschap gepaard gaan met verwarring, angst, verdriet, stress en depressie. Om depressies tegen te gaan zijn verschillende behandelingsmethoden mogelijk, zoals psychotherapie, lichttherapie en/of medicatie, meestal in de vorm van zogenaamde SSRI’s: selectieve serotonine heropname remmers. Het gebruik van SSRI’s wordt over het algemeen als redelijk veilig beschouwd, vooral in vergelijking met eerdere generaties antidepressiva.
Dr. Hanan El Marroun is wetenschappelijk onderzoeker op de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie van het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. Zij onderzocht de relatie tussen SSRI-gebruik en de groei van de foetus tijdens de zwangerschap. El Marroun: “SSRI’s kunnen de placenta passeren en kunnen de serotoninebalans verstoren. Serotonine is belangrijk voor de groei van het ontwikkelende brein. Dierproeven hebben al laten zien dat deze verstoring nadelig kan werken op de ontwikkeling van de hersenen.”
El Marroun onderzocht drie groepen zwangeren: zwangere vrouwen zonder depressiesymptomen, zwangere vrouwen met ernstige depressiesymptomen en zwangere vrouwen die SSRI’s gebruikten. Het ongeboren kind werd door middel van echo-onderzoek in elk trimester van de zwangerschap bekeken en opgemeten. Bij vrouwen met depressieve klachten groeide de foetus minder goed dan bij de vrouwen zonder depressieve klachten. Bij vrouwen die SSRI’s gebruikten, groeide het hoofdje van de foetus minder goed, maar het lichaam groeide normaal. Verminderde hoofdgroei kan gezien worden als verminderde hersenontwikkeling. El Marroun: “De foetus heeft een mechanisme dat ervoor zorgt dat de opbouw van de hersenen niet wordt verstoord als de omstandigheden minder goed zijn. Als er bijvoorbeeld een tekort aan voeding of zuurstof is, worden eerst huid en lever aangedaan, zodat de hersenen gespaard blijven. Dat bij blootstelling aan SSRI’s juist de groei van het hoofdje achterblijft en de rest van het lichaampje goed groeit, betekent dat SSRI’s specifiek schadelijk zijn voor het ontwikkelende brein. De lange-termijneffecten moeten verder worden onderzocht.”