Geboortecomplicaties wellicht al vóór conceptie te voorkomen
De eerste weken van de zwangerschap lijken cruciaal voor de rest van het leven van een ongeboren kind. Aanstaande moeders zouden daarom al vóór de zwangerschap hun levensgewoonten moeten aanpassen. Anders lopen zij een twee- tot driemaal verhoogd risico op een te vroeg of te klein geboren kind. Onderzoekers van de Generation R studie van Erasmus MC publiceren deze conclusies in het Journal of the American Medical Association.
Belangrijke oorzaken voor babysterfte zijn dat het kind te vroeg wordt geboren (vóór de 37e week) of een te laag geboortegewicht heeft (lichter dan 2500 gram). Deze factoren worden in belangrijk mate bepaald door de groei van het kind in de baarmoeder. De Generation R-onderzoekers hebben voor het eerst laten zien dat de groei van het kind in de baarmoeder al in de allereerste fase van de zwangerschap kan worden beïnvloed door de levensgewoonten van de moeder. Hiervoor hebben zij bij 1600 moeders echometingen verricht tussen de tiende en dertiende week van de zwangerschap.
De onderzoekers vonden dat vooral roken, maar ook een tekort aan foliumzuur en een hogere bloeddruk van de moeder in de eerste fase van de zwangerschap nadelige gevolgen kunnen hebben voor de groei van het kind. Voorheen werd aangenomen dat de groei van de foetus gedurende de eerste drie maanden van de zwangerschap bij alle kinderen redelijk gelijk was en dat levensgewoonten van de moeder hier weinig invloed op hadden. Nu is echter gebleken dat door invloed van de moeder het ongeboren kind vanaf het prille begin kan kampen met een groeiachterstand. Hierdoor bestaat een twee- tot driemaal verhoogd risico op een te vroeg of te klein geboren kind.
Ongunstige omstandigheden in de eerste periode van de zwangerschap kunnen leiden tot complicaties rondom de geboorte. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot babysterfte. Daarnaast kan het nadelige gevolgen hebben voor het verdere leven van het kind. Een kind dat te klein wordt geboren, vertoont gedurende de eerste twee jaar vaak een flinke inhaalgroei. Dat lijkt positief, maar uit ander onderzoek is al gebleken dat een dergelijke inhaalgroei weer een groter risico met zich meebrengt op hart- en vaatziekten, overgewicht en diabetes op volwassen leeftijd.
Gezien de grote risico’s van ongunstige omstandigheden in de allereerste weken van de zwangerschap zouden moeders vóór de zwangerschap hun leefgewoonten al moeten aanpassen, in plaats van pas in het begin van de zwangerschap zoals nu nog vaak gebeurt. De onderzoekers benadrukken daarom het belang van voorlichting. “Betere voorlichting vóór de conceptie is essentieel en kan mogelijk bijdragen aan het omlaag brengen van het relatief hoge aantal complicaties bij de geboorte in Nederland. Naar verwachting leidt dit ook tot het omlaag brengen van de babysterfte in Nederland”, aldus arts-onderzoeker Dennis Mook-Kanamori.