De coronapandemie heeft in 2021 minder invloed gehad op het aantal orgaandonaties en -transplantaties dan in 2020. Ondanks de aanhoudende druk op de zorgcapaciteit, met name op de IC, is het gelukt om orgaandonaties en -transplantaties zoveel mogelijk door te laten gaan. Tegelijkertijd is het aantal Nederlanders dat wacht op een nier, hart of long gestegen. Dat blijkt uit de voorlopige jaarcijfers van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS).
Bij de start van de coronapandemie in 2020 was een flinke daling te zien van het aantal orgaandonaties en -transplantaties. In 2021 is het gelukt om zoveel mogelijk procedures door te laten gaan; in totaal zijn er 1.240 orgaantransplantaties (van zowel postmortale als levende donoren) uitgevoerd. Het aantal orgaantransplantaties met organen van postmortale donoren is in 2021 3% hoger (759) dan in het jaar daarvoor (734). Het aantal transplantaties met organen van levende donoren (nier en lever) is gestegen met 21% (totaal 481 versus 399). Daarmee is het aantal orgaantransplantaties echter nog niet op het niveau van voor de coronapandemie. Dit komt vooral doordat het aantal transplantaties met organen van levende donoren 8% minder is ten opzichte van 2019
Bernadette Haase, directeur NTS: “We hebben grote waardering voor het feit dat de zorgprofessionals deze levensreddende zorg ondanks alle moeilijke omstandigheden met urgentie hebben geboden. En we hebben diep respect voor de keuze van donoren en nabestaanden om te doneren, ondanks dat door alle coronamaatregelen het afscheid nemen plaatsvond onder soms zeer moeilijke omstandigheden.”
Het aantal weefseldonoren is in 2021 (en in vergelijking met orgaandonatie) flink toegenomen (26%). Het aantal weefseldonaties is zelfs hoger dan voor de coronapandemie. Mogelijk is dit een eerste zichtbaar resultaat van de nieuwe Donorwet. Doordat de wet echter halverwege 2021 pas volledig is doorgevoerd en door de vermenging met de Coronapandemie is het effect moeilijk te meten. Voor orgaandonatie zijn de aantallen te klein om het effect van de nieuwe donorwet in te schatten.
Toename wachtlijst
Ondanks de stabilisatie van het aantal transplantaties is de actieve wachtlijst voor orgaantransplantatie met een orgaan van een overleden donor gestegen (+3%). In totaal wachten in Nederland 1298 mensen op een nieuw orgaan van een overleden donor, ten opzichte van 1257 vorig jaar. Voor nieren (+9%), hart (+5%) en longen (+3%) is de wachtlijst het meest gestegen, alleen voor een lever is de wachtlijst gedaald. De grootste groep wachtenden op een nieuw orgaan zijn de nierpatiënten. Op 31 december 2021 stonden er 877 mensen op de wachtlijst voor een nieuwe nier van een overleden donor.
Haase: “Het is zorgelijk dat de wachtlijsten zijn gestegen. Voor al deze 1298 mensen die op de wachtlijst staan voor een nieuw orgaan, is transplantatie van levensbelang. Een patiënt op de wachtlijst leeft lange tijd in onzekerheid of er op tijd een orgaan beschikbaar komt, en heeft in die periode een beperktere kwaliteit van leven.”
Over de NTS
De Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) is bij wet aangewezen als orgaancentrum en werkt samen met ziekenhuizen aan orgaan- en weefseldonatie en -transplantatie. Dit doen wij in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De NTS beheert wachtlijsten van mensen die wachten op een donororgaan of -weefsel, raadpleegt het Donorregister en is verantwoordelijk voor het toewijzen van organen en weefsels aan ontvangers, op basis van strikte protocollen en wet- en regelgeving. We ondersteunen ziekenhuizen en zorginstellingen bij de organisatie van donatie. Daarnaast verstrekken wij informatie over hoe orgaan- en weefseldonatie en transplantatie werkt.
Bron: Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS)