Kennis van infectieziektebestrijding of antibioticagebruik is geen garantie voor een optimale zorg. Hoe komt dat? Welke factoren bepalen de kwaliteit van zorg eigenlijk? En hoe krijgen we landen, ziekenhuizen en zorgverleners zover dat ze de kwaliteit van zorg ook daadwerkelijk verbeteren? Laat het niet aan het toeval over, stelt Marlies Hulscher, hoogleraar Kwaliteit van Zorg in het UMC St Radboud, maar ontwerp rationele strategieën en ‘therapieën’ die echt werken.
Dertig tot vijftig procent van de patiënten ontvangt niet de zorg die ze nodig heeft. Daarnaast krijgt twintig tot dertig procent van de patiënten onnodige zorg, bijvoorbeeld in de vorm van verkeerde of overbodige medicijnen, diagnostische onderzoeken of operaties. Deze cijfers uit een Amerikaans onderzoek staan niet op zichzelf.
Grote kwaliteitsverschillen
Onderzoek naar antibioticagebruik in Nederlandse ziekenhuizen door Marlies Hulscher, hoogleraar Kwaliteit van Zorg voor infectie- en ontstekingsziekten aan het UMC St Radboud, onderschrijft het probleem. Van de patiënten met luchtweginfecties kreeg slechts 52 procent meteen het juiste antibioticum voorgeschreven. En maar bij 53 procent werd een aanbevolen bloedkweek afgenomen. Bij het voorschrijven van antibiotica voor gecompliceerde urineweginfecties werden vergelijkbare percentages werden.
Hulscher vraagt zich af hoe het komt dat de kwaliteit van zorg op het gebied van infectieziekten en antibioticagebruik zo ver uiteenloopt. De kennis om tot een optimale zorg te komen is in elk Europees land beschikbaar. Toch zijn er grote kwaliteitsverschillen tussen de Noord- en Zuid-Europese landen. Ook tussen de ziekenhuizen in hetzelfde land bestaan grote verschillen. Zelfs in hetzelfde ziekenhuis bestaan grote verschillen in de zorgkwaliteit van individuele zorgverleners.
Talloze factoren
‘Voor al die verschillen zijn verklaringen aan te dragen,’ zegt Hulscher, ‘zoals het zuiniger voorschrijven van antibiotica door de traditioneel overwegend protestantse Noord-Europese landen, in vergelijking met de wat ruimhartigere katholieke landen in Zuid-Europa. Als zorgverzekeraars antibiotica vergoeden of de farmaceutische industrie veel aan marketing doet, dan heeft dat invloed op het voorschrijfgedrag. Zelfs de taal speelt mee. Wat Nederlanders een verkoudheid noemen, wordt door Belgen eerder bronchitis genoemd. Dat definitieverschil leidt tot ander voorschrijfgedrag, omdat een bronchitis eerder vraagt om antibiotica.’
Ook tussen ziekenhuizen verschilt de zorgkwaliteit, bijvoorbeeld door de manier waarop het antibioticabeleid is vormgegeven. Hulscher: ‘En al hebben ziekenhuizen hetzelfde beleid, er bestaan vaak grote verschillen in de manier waarop ze dat beleid uitvoeren en naleven. Individuele factoren spelen dan mee: zijn alle zorgverleners goed geïnformeerd, levert het beleid veel extra werkdruk op, durven zorgverleners elkaar aan te spreken op tekortkomingen in de zorg?’
Ontsnapte ziekteverwekkers
Na de diagnose – de kwaliteit van zorg is vatbaar voor verbetering – volgt een therapie. Hulscher: ‘Opmerkelijk genoeg komt zo’n therapie vaak niet tot stand komt op basis van rationele besluitvorming en goed management, maar eerder op gevoel en intuïtie. Dat zien we bijvoorbeeld bij de bestrijding van infectieziekten. Gaat het ergens fout, zoals onlangs in het Maasstad ziekenhuis, dan volgen na uitgebreid onderzoek de lessen die alle ziekenhuizen ter harte kunnen nemen.’
Maar hoe groot is de kans dat ziekenhuizen automatisch lering trekken uit die lessen? Hulscher: ‘Die kans lijkt niet zo groot. We vonden in 19 artikelen – gepubliceerd tussen 2003 en 2007 – enkele honderden uitspraken over knelpunten en oplossingen bij het managen van een infectie-uitbraak. Daar hebben we 42 lessen uit gedestilleerd die een goede aanpak van zo’n situatie mogelijk maken. Deze lessen overlappen opmerkelijk met de lessen uit het Maasstad ziekenhuis.’
Hulscher beaamt dat we moeten leren van de geschiedenis: ‘Maar de geschiedenis leert ook dat dit niet vanzelf gaat. Met wetenschappelijk onderzoek willen we dat proces een handje helpen. Met effectieve regels en evidence based management kunnen we de zorg voor infectie- en ontstekingsziekte nog verder verbeteren.