Menu
Stress / Verslaving

Invloed stress op verslaving jongeren verder onderzocht

Jongeren die vroeg beginnen met drinken of roken en daarna snel regelmatig gaan gebruiken, kun je zien als riskante gebruikers. Sommige jongeren zijn daarvoor kwetsbaarder dan anderen en stress speelt daarin een belangrijke rol, veronderstelt Anja Huizink, bijzonder hoogleraar Biologisch–psychologisch onderzoek naar verslaving bij jeugdigen aan de Radboud Universiteit Nijmegen.


Prof. Huizink gaat in Nijmegen onderzoek doen naar de invloed van stress op riskant middelengebruik bij jongeren. Huizink: ‘Experimenteren hoort bij deze leeftijdfase, maar het maakt wel uit of je op je 10e of je 15 begint. Jongeren die voor hun 12e jaar hebben gerookt, hebben een twintig keer grotere kans op cannabisgebruik dan leeftijdgenoten die niet zo jong rookten. Ik wil nu gaan uitzoeken wat de rol van stress is in de fase van experimenteren naar risicovol middelengebruik’.
Huizinks aandachtsveld sluit aan op bestaand onderzoek van het Behavioural Science Institute naar de rol van genen en omgeving op verslavingsgedrag van jongeren. Vrijdag 19 maart houdt ze haar oratie.
Emoties en lichamelijke stress
Hoe meer ellende, hoe groter de kans op een verslaving. Uit dieronderzoek en klinische studies bij volwassenen blijkt een duidelijk verband tussen stress en verslaving. Emotionele gebeurtenissen zoals conflicten of verlies van een belangrijke relatie, maar ook lichamelijke stressoren als voedsel– of slaaptekort kunnen aanleiding zijn voor middelengebruik. Dergelijke stressprikkels zorgen voor verstoring van de fysiologische balans. Gebruik van psychoactieve stoffen is een manier om daarmee om te gaan omdat ze gevoelens van spanning tijdelijk verminderen. Ze werken als soort van zelfmedicatie. Huizink: ‘Mensen worden ook impulsiever in tijden van stress en kunnen dan meer middelen gaan gebruiken. Het lijkt erop dat stress tevens het belonende effect van het middel versterkt. Jongeren zijn mogelijk gevoeliger voor deze effecten van stress.’
Te veel of juist te weinig?
Te veel, maar ook te weinig stressreacties kunnen – naast omgeving en genetische aanleg –aanleiding zijn voor roken, drinken of cannabisgebruik. Jongeren tussen de 10 en 12 jaar met hoge waarden van een stresshormoon cortisol in hun speeksel, hebben een grotere kans om te gaan roken. Bij cannabis is het juist andersom: jongeren met een lage cortisolspiegel, lopen een grotere kans om een regelmatige gebruiker te worden. Deze groep jongeren gaat misschien actief op zoek naar prikkels zoals cannabisgebruik die kan bieden. Prof. Huizink gaat onderzoeken of iemands stressgevoeligheid voorafgaat aan escalerend middelengebruik. Juist omdat er in de adolescentie nog geen sprake is van gestabiliseerde patronen van middelengebruik, is het een goed moment voor onderzoek.
Biologisch psychologisch onderzoek naar stress
Anja Huizink heeft veel ervaring met epidemiologisch onderzoek waarbij ze groepen jongeren in Rotterdam en omgeving en in noord Nederland over langere tijd volgde en keek naar hun geestelijke gezondheid en de ontwikkeling van sociaal gedrag. Daar was minder gelegenheid voor experimenten in kleinere subgroepen. Die aanvulling biedt haar leerstoel in Nijmegen wel. In het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit wordt veel experimenteel onderzoek gedaan naar de invloed van genen en omgeving op rook– en drinkgedrag van jongeren. Een aantal van deze studies wil prof. Huizink nu gaan uitbreiden met metingen van cortisol in het speeksel.
Eén zo’n studie wordt gedaan in het barlab, waar gekeken wordt naar de invloed van omgeving (roken of drinken van andere personen in het café) op proefpersonen. Gaan deze proefpersonen meer roken of drinken als ze onder druk worden gezet? Het IVO, Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen & Verslaving in Rotterdam, de organisatie die de leerstoel mogelijk maakt, brengt deze onderzoeksresultaten terug naar behandelaars in de verslavingspraktijk.
Dr. A.C. (Anja) Huizink is bijzonder hoogleraar Biologisch–psychologisch onderzoek naar verslaving bij jeugdigen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De leeropdracht is ondergebracht bij het Behavioural Science Institute, waar men onderzoek doet naar de beginfasen van verslaving zoals roken, drinken, druggebruik en teveel eten, met name bij adolescenten.