Amsterdam, 11 februari 2014 – Het is goed om kinderen vanaf 4 maanden kleine hoeveelheden bijvoeding te geven. Eerst met groente en fruit, later ook met andere producten als ei, vis en pinda. Dit staat in een nieuwe voedselrichtlijn voor het voorkomen van allergie bij jonge kinderen, ontwikkeld door VUmc in opdracht van het Ministerie van VWS en ZonMw. Vroeger dacht men dat later beginnen met deze bijvoeding juist allergie zou voorkomen. Het tegendeel blijkt nu waar te zijn.
Deze nieuwe richtlijn heeft ook aandacht voor de preventie van glutenovergevoeligheid (coeliakie). Ook hier geldt dat kleine hoeveelheden granen (bijvoorbeeld stukjes beschuit in een groente of fruithapje) bij voorkeur tijdens de borstvoeding en ook vanaf vier maanden, overgevoeligheid voor granen kan voorkomen. Dat is een stuk eerder dan tot nu toe het geval was.
VU medisch centrum heeft in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de afgelopen jaren samen met jeugdartsen, kinderartsen en huisartsen gewerkt aan een richtlijn voedselovergevoeligheid. Deze richtlijn is ontwikkeld voor de Jeugdgezondheidszorg, die alle kinderen op vaste momenten ziet en zo een unieke setting biedt voor preventie en zorg op maat.
Nieuw is ook dat het consultatiebureau de test voor koemelkallergie kan gaan doen. Dat is voor de ouders veel prettiger want het is dicht bij huis en daarom ook goedkoper. Nu wordt deze test nog in het ziekenhuis door de kinderarts gedaan. De ziektekostenverzekeraars moeten nog met deze verschuiving akkoord gaan. Ook voor hen is dit een besparing.
De richtlijn is te lezen op: www.ncj.nl.